De aardappel staat dit najaar nadrukkelijk in het zonnetje. De Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO) is namelijk partner geworden van De Week van Ons Eten. Deze happening vindt van 4 tot en met 11 oktober 2025 door het hele land plaats. De landelijke campagne brengt consumenten, producenten en beleidsmakers samen rond het thema bewust, gezond en duurzaam eten. Voor de aardappelsector is dit partnerschap, volgens NAO-directeur Janine Luten, een logische stap. “Het is een kans om het imago van de pieper te vernieuwen, de veelzijdigheid van het product te tonen en tegelijk de maatschappelijke waarde van de sector zichtbaar te maken”, zo laat ze weten.

Volgens Luten is het hoog tijd om de rol van de aardappel opnieuw stevig te positioneren. “De aardappel hoort in het hart van ons voedingspatroon. Het is voedzaam, lokaal geteeld en betaalbaar. Bovendien kent de aardappel een lage milieuvoetafdruk, zeker in vergelijking met veel andere basisproducten die we dagelijks consumeren. Toch merken we dat jongeren de aardappel minder vaak op hun bord leggen en dat hij soms wordt gezien als ouderwets. Dat beeld klopt niet. De aardappel is veelzijdiger dan ooit. Hij past zowel in de traditionele Hollandse pot als in moderne streetfoodgerechten, van ovenfriet en wedges tot curries en bowls. Juist daarom willen we via De Week van Ons Eten laten zien dat de aardappel ook een product van de toekomst is.”

Dalende consumptie
Die boodschap komt op een moment dat de consumptie van tafelaardappelen in Nederland langzaam blijft dalen. Waar de pieper in de decennia na de Tweede Wereldoorlog dagelijks op tafel stond, is het aandeel in de warme maaltijd de laatste twintig jaar gestaag afgenomen. Pasta en rijst hebben marktaandeel gewonnen, mede door de internationalisering van eetgewoonten en het gemak waarmee consumenten deze producten kunnen bereiden. Tegelijkertijd groeit wereldwijd de vraag naar aardappelproducten juist fors, vooral in de vorm van diepvriesfrites, chips en convenienceproducten. Nederland speelt daarin een belangrijk rol als producent en exporteur, maar het behoud van de binnenlandse consumptie is voor de sector minstens zo belangrijk. De NAO ziet in deze campagne de kans om dat evenwicht opnieuw onder de aandacht te brengen en de verbinding te leggen tussen cultuur, gezondheid en duurzaamheid. “Dit is de komende tijd een van mijn ambities, naast het maken van een missie, visie en strategie voor onze vereniging”, benadrukt Luten.

Belangrijke versterking
Ook voor Bert van Wanrooij, projectleider van De Week van Ons Eten, is de samenwerking met de aardappelsector een belangrijke versterking. “Onze campagne draait om bewustwording: weten wat je eet, wie het maakt en welke keuzes bijdragen aan gezondheid, duurzaamheid, onze economie en sociale binding, want samen eten is gezellig. Samen met partners uit de hele voedselsector brengen we deze boodschap naar buiten. De aardappel is daar een prachtig voorbeeld van. Hij is herkenbaar, laagdrempelig en verbindt traditie met innovatie. Bovendien laat de aardappel zien hoe dichtbij huis je een voedzaam en duurzaam product kunt vinden. Partners als de NAO maken onze boodschap concreter. Zij brengen niet alleen kennis mee, maar ook verhalen uit de praktijk. Dat maakt dat we burgers beter kunnen bereiken.”

Aardappel positioneren
Omdat de samenwerking net is gestart, zal de aardappel in de campagne beperkt zichtbaar zijn. “Maar volgend jaar streven we er naar een eigen Aardappeldag te hebben”, laat Luten weten. Voor de NAO biedt het initiatief de mogelijkheid om tijdens het evenementen met zowel consumenten, telers, koks, maar ook met beleidsmakers in gesprek te gaan om zo de aardappel vanuit verschillende invalshoeken te belichten. Omdat ook de landelijke media veel aandacht besteedt aan het evenement, biedt dit kansen om de aardappel te positioneren als een product dat zowel voedzaam als duurzaam is. Voor de NAO is dat precies de kern van hun boodschap. Luten benadrukt dat de aardappel niet alleen een voedingsmiddel is, maar ook symbool staat voor de samenwerking in de keten. “De aardappel verbindt de boer met de handel en de consument. Van pootgoed tot exportproduct en van tafelaardappel tot friet, overal in de keten werken partijen samen om kwaliteit en duurzaamheid te garanderen. Met deelname aan De Week van Ons Eten kunnen we dat hele verhaal laten zien. Dat vergroot niet alleen het consumentenvertrouwen, maar helpt ook om draagvlak te creëren voor de uitdagingen waar de sector voor staat.”

Flinke uitdagingen
De uitdagingen in de sector zijn aanzienlijk. De aardappel is een natuurproduct en moet ieder jaar omgaan met veranderingen in het klimaat als droogte, hitte of natte groei- en oogstomstandigheden. Daarnaast moet de sector inspelen op strengere milieuregels, het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen terugdringen. Tegelijkertijd verwachten afnemers en consumenten een stabiele kwaliteit en betaalbare prijzen. De handel ziet zich geplaatst voor toenemende internationale concurrentie en geopolitieke onzekerheden, terwijl de exportpositie van Nederland onder druk kan komen te staan door handelsbeperkingen of veranderende certificeringseisen. In die context wordt het steeds belangrijker om de maatschappelijke relevantie van de aardappel zichtbaar te maken. Van Wanrooij ziet daarin juist de kracht van deze samenwerking. “De Week van Ons Eten wil de kloof tussen producent en consument verkleinen, boer en burger dichter bij elkaar brengen. Dat lukt alleen als de sector zelf actief meedoet. De aardappel is bij uitstek een product waarmee je de bredere discussies over duurzaamheid, herkomst en gezondheid tastbaar kunt maken. Bovendien is het een product dat bijna iedereen kent. Als je de verhalen van boeren, handelaren en verwerkers eraan koppelt, dan krijgt de campagne meer diepgang en impact.”

Beleidsmakers bereiken
Voor de aardappelsector is de campagne tegelijk een kans om ook beleidsmakers en opiniemakers te bereiken. De Week van Ons Eten trekt jaarlijks veel publieke aandacht en wordt ondersteund door landelijke en regionale organisaties. Het bereik van de editie in 2024 bedroeg meer dan zestig miljoen contactmomenten, en ook dit jaar wordt gerekend op een brede weerklank. Luten hoopt dat de aardappel in die context kan dienen als voorbeeldproduct. “We willen laten zien dat gezonde, betaalbare en duurzame voeding niet ver weg hoeft te zijn. De aardappel groeit hier, op onze eigen grond, en past in elk huishouden. Door dat verhaal breed uit te dragen, maken we duidelijk dat de aardappel meer is dan een product uit het verleden. Het is een product dat bijdraagt aan de oplossingen voor de toekomst.”

De samenwerking tussen NAO en De Week van Ons Eten is daarmee meer dan een eenmalige activiteit. Beide partijen spreken de ambitie uit om ook in de komende jaren samen te blijven werken. Voor de NAO is dat onderdeel van een bredere strategie om de positie van de aardappel te versterken in maatschappelijke discussies over gezondheid, duurzaamheid en voedselzekerheid. Voor de organisatie van de campagne betekent het een verbreding en verdieping van de boodschap, doordat een iconisch landbouwproduct met een sterke keten meedoet.

Verhaal dat gehoord mag worden
“De aardappel heeft een verhaal dat gehoord mag worden. Het is gezond, betaalbaar, duurzaam en veelzijdig. Wij willen dat verhaal samen met onze partners vertellen”, vat Luten samen. “Voor ons is de aardappel een voorbeeld van hoe traditie en toekomst elkaar kunnen versterken. Met partners als de NAO kunnen we die boodschap krachtig in de samenleving zetten”, vult Van Wanrooij aan. In oktober krijgt de aardappel dus niet alleen een plaats op het bord, maar ook in het maatschappelijke gesprek. Voor een sector die tegelijk te maken heeft met veranderende consumptie, strenger beleid en internationale concurrentie, is dat meer dan welkom. Het geeft de pieper precies wat hij verdient: een plek in de schijnwerpers.